Heeft het bezwaarmakersgilde gelijk?

Ter “leering ende vermaeck”: zie hier een artikel over hoe Han Blok, journalist bij Duurzaamnieuws naar de klimaatproblemen kijkt. Let wel, het is niet onze visie, maar we vinden wel dat beide kanten belicht horen te worden. Zowel het standpunt van de voorstanders als het standpunt van de tegenstanders.

Link naar het originele artikel.

20 juli 2021|door Han Blok | in maatschappij

Of het nu over lockdown maatregelen gaat of over vaccinatie, over rekeningrijden, maximaal 100 km op de snelwegen of over windmolens, altijd is er een groep mensen die tegen zijn. Zowel bij voor- als tegenstanders lopen de emoties soms hoog op. De vertraging van de energietransitie die het gilde van bezwaarmakers veroorzaakt leidt inmiddels tot steeds meer dodelijke slachtoffers en steeds hogere materiële schade door klimaatverandering.

De vraag is: Hebben ze wel een punt? Zijn de bezwaren gegrond en wegen de emoties op tegen het snel naderende gevaar van een onleefbare planeet? Voor mijn eigen woonomgeving, waar het krioelt van de spandoeken en protestborden, plaatste ik de argumenten eens in perspectief van de feiten.

Een oase van rust en ruimte

Het land van Maas en Waal, tussen Nijmegen en Kerkdriel is vergeleken met de randstad een oase van rust en ruimte. In een twintigtal kleine en een paar grotere dorpskernen is het comfortabel wonen met veel vrijstaande huizen met garage en tuin. Tussen die woonkernen bevinden zich heel veel boerenbedrijven met grazend vee in de wei, tevreden knorrende varkens in de stal en uitgestrekte plantages fruitbomen door gaasdoek beveiligd tegen zonnebrand en hagel. Vrede op aarde en veel mensen in welbehagen.

Een kleinigheidje hou je altijd

Maar pas op, er is toch ook enige onrust. Als er geploegd, bemest of gehooid wordt is er volop bedrijvigheid van tractoren en andere reusachtige machines op het land. Er worden wekelijks honderdduizend gazons gezitmaaid zodat je op een zomerdag altijd wel ergens zo’n onding kunt horen. Door de gemeente ingehuurde plantsoenarbeiders zijn altijd wel ergens bezig met jankende bosmaaiers de graskantjes er af te lopen. Er wordt her en der ook luidkeels gevoetbald met bijbehorende afterparty’s of door spelende kinderen in zwembadjes gegild alsof ze levend gevild worden. De Maas en Waalweg (N322) wordt ook steeds drukker met 24/7 zwaar vrachtverkeer. De Waal is een van de drukst bevaren rivieren van Europa met een constante stroom van 300 ronkende containerschepen per dag. De zware dieselmotoren laten nog op een kilometer afstand het middenrif mee vibreren. In de lucht kan het zelfs nog heviger tekeer gaan door laagvliegende straaljagers en helikopters van de Nederlandse luchtmacht.

Tenslotte kan het een enkele keer bij mooi weer voorkomen dat er gezelschappen met antieke motorfietsen of retro-tractoren knetterend door de dorpen trekken en dan heb ik het maar niet over bladblazers en motorzagen. Maar daarmee hebben we de ergste drukte wel zo’n beetje gehad. Nou ja niet helemaal want in de week van Carnaval en met de Kermis wordt in elk dorp in menige feesttent een oorverdovend spektakel opgevoerd. Over de praalwagens met de enorme geluidsboxen en een geluidsniveau vèr boven de pijngrens waarvan de ramen gaan rammelen, klaagt geen mens. Wij zijn immers ook jong geweest en de jeugd mag toch wel eens wat leuks doen in deze saaie oase van rust en ruimte.

Spandoeken en plakkaten

Toch zijn er inwoners die zich ernstig zorgen maken en dat via posters en spandoeken laten weten. Zij vrezen de komst van windmolens die hun vrije uitzicht gaan verstoren en een oorverdovend geluid gaan maken, waarvan je niet kunt slapen. Volgens sommige bezwaarmakers betreft het vooral de onhoorbare trillingen die een mens ziek maken. Een andere groep maakt via grote spandoeken juist bezwaar tegen zonneparken. Die zouden te veel hectares kostbare landbouwgrond onttrekken aan de voedselproductie.

De energietransitie die ook Nederland moet ondergaan vergt een tol die deze bezwaarmakers niet bevalt. Het zou echter flauw zijn te beweren dat het allemaal dwaze volgelingen van Baudet, Wilders en Eerdmans zijn, types die er niets van willen weten dat de leefbaarheid van de aarde op het spel staat. Onnozelen, die ondanks steeds heftiger hittegolven, bosbranden en overstromingen weigeren te geloven dat de huidige generatie al te maken zal krijgen met levensbedreigende opwarming. Nee, het zijn heel serieuze mensen en de meesten erkennen de noodzaak van de energietransitie wel degelijk, maar zien de windparken liever alleen op zee en de zonnepanelen alleen op de daken. “Alles OK maar niet hier”. Daarmee erkennen ze wel dat er iets moet gebeuren, maar beseffen toch niet helemaal wat de verhouding is tussen het gevreesde ongerief en de ernst van de klimaatzaak . Daarom volgen hier wat cijfers.

Kleine of grote klimaatschuld?

Door sommige demagogen in de politiek wordt beweerd dat ons aandeel in de uitstoot van broeikasgassen te verwaarlozen klein is. Slechts weinigen beseffen dat een gemiddelde Nederlander met ruim 10 ton CO2 per jaar minstens 2,5 keer zo veel bijdraagt als de gemiddelde wereldburger en dat wij al sinds het steenkooltijdperk sterk hebben bijgedragen aan het klimaatprobleem. De gemiddelde burger in de EU 28 heeft in de afgelopen eeuw al zo’n 650 ton CO2 aan de atmosfeer toegevoegd. De Amerikaan weliswaar twee keer zo veel, maar de tot nu toe geaccumuleerde CO2 schuld van een gemiddelde Chinees is maar 144 ton en van de Indiër slechts 35 ton. Als rijk land hebben we dus wel een hele grote klimaatschuld opgebouwd en dus ook veel goed te maken.

Toch hoor ik geen enkele bezwaarmaker zeggen dat hij of zij zich daar eigenlijk diep voor schaamt en bereid is afstand te doen van het luxe leven met koelkast, diepvriezer, magnetron, oven, centrale verwarming, auto, vliegvakanties, TV scherm van 1,5 meter, permanent online met mobiel en PC en gebruik van energie-slurpende servers en providers. In tegendeel. Wij zijn allemaal erg gehecht aan dit luxe leven waardoor het totale Nederlandse gebruik aan fossiele energie door alle sectoren bij elkaar (omgerekend van m3 gas, liters benzine, tonnen kolen, tonnen olie equivalenten en Petajoules elektriciteit) ca 750 miljard kWh per jaar bedraagt. Het idee dat we daar iets van zouden moeten inleveren staat ons niet aan. Daarmee stoten we wel elk jaar 165 miljoen ton CO2 en andere broeikasgassen uit. Ik geef toe dat het maar een beetje is ten opzichte van de 50 miljard ton wereldwijd, maar we zijn ook maar een piepklein landje. Naar verhouding van ons aantal inwoners zijn wij echter zeer grote vervuilers en hebben we een enorme klimaatschuld opgebouwd.

Kan dat niet wat minder?

Jazeker, zonder inlevering van luxe kunnen we dit met moderne technologie (o.a. isolatie, elektrisch vervoer, warmtepompen, LED technologie) met driekwart terugbrengen tot 185 miljard kWh duurzame elektrische energie. Zonder houtkachels of bio-centrales en zonder aardwarmte en kernenergie moeten we dan wel zelf voor 2050 nog 170 miljard kWh per jaar duurzaam opwekken met zonnepanelen en windmolens. Die hoeveelheid kunnen we betrekkelijk willekeurig in drie porties van 57 miljard kWh/ verdelen:

1/3 (=57 miljard kWh/jaar) wind op zee, waarvan de helft voor 2030 al is voorzien in het regeerakkoord

1/3 (=57 miljard kWh/jaar) wind op land, waarvan 25 % (2000 molens à 3 MW) al voor 2030 is voorzien in het regeerakkoord

1/3 PV (=57 miljard kWh/jaar) zonnepanelen waarvoor we in totaal 460 km2 geschikt oppervlak nodig hebben, waarvan er eind 2019 ongeveer 10 % al gerealiseerd is

Gaan zonneparken echt ten koste van onze voedselvoorziening ?

Volgens een betrouwbare studie (Planbureau PV potentieelstudie, 2014) kunnen zonnepanelen op alle daken van woningen en utiliteitsbouw maximaal 50 miljard kWh/jaar leveren. Het zal uiterst problematisch zijn om dit te realiseren wegens onwillige eigenaren, slechte aansluitingen op het net of zwakke dakconstructies, veiligheidsregels etc. Het zal dan ook minstens bij wet verplicht moeten worden en ruimschoots gesubsidieerd. Zelfs in het extreem gunstige geval dat dit voor de helft zou lukken, blijft er dan nog een behoefte bestaan van ca 230 km2 aan zonneweides. Is dat veel? Nee het is slechts 2 % ten opzichte van het totale oppervlak van 983.000 ha grasland plus 200.000 ha met snijmais in Nederland.

Hebben we die 230 km2 nodig voor ons voedsel?

Nee, we hebben het nodig om er de drijfmest van de veestapel op kwijt te kunnen. Die veestapel hebben we weer nodig om er vlees en zuivel mee te kunnen exporteren en dat willen we weer omdat we daar rijk van denken te worden. Onze totale export van vlees en zuivel levert namelijk jaarlijks zo’n € 16 miljard op. Vanwege de stikstofproblemen zou die veestapel overigens drastisch (met 30 – 50% ) moeten verminderen, maar dit terzijde.

Als die productie vanwege de zonnevelden met 2 % zou verminderen, kost dat ons door minder export van vlees en zuivel dus circa € 0,32 miljard per jaar.

Maar er is ook een keerzijde aan dit kostenplaatje. Zonder de eigen opwek van duurzame stroom uit zonneweides zullen we die 30 miljard kWh stroom uit het buitenland moeten importeren of iets anders moeten bedenken zoals kerncentrales of geïmporteerde biomassa uit de bossen van Canada. Bij 8 cent per kWh voor groene stroom uit het buitenland zou dit €2,4 miljard gaan kosten. Bij te bouwen kerncentrales (circa 8 stuks met de capaciteit van Borssele) zou dit minstens € 10 miljard per jaar gaan kosten. Zonder zonneweides zullen we dus ongeveer 10 keer zo veel geld kwijt zijn als door de gederfde inkomsten uit export van vlees en zuivel.

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.

Zorgen windturbines niet voor te veel overlast?

Om 57 miljard kWh met windmolens op land op te wekken hebben we geen 2.000 maar uiteindelijk 8.000 turbines à 3 MW nodig of 5000 grotere met een capaciteit van 4.5 MW. Waar moeten we ze plaatsen? In de grote steden zal niet gaan. Alleen langs de kust of in de polders is niet genoeg plaats, dus is het zoeken naar dunbevolkte plekken waar zo weinig mogelijk overlast zal zijn.

Langs al onze 10.000 km rijks- en provinciale wegen zouden er in theorie al 30.000 geplaatst kunnen worden. Dat is dus ruim voldoende, maar omdat er bezwaren kunnen zijn vanwege laag vliegverkeer, elektriciteitskabels, nabijheid van woonwijken of vogelbeschermingsgebieden en dwarsliggende lokale partijen van sommige gemeentes, vallen er veel trajecten af en zullen alle trajecten waar het wel kan ook gebruikt moeten worden. Enige geluidshinder is daarbij onoverkomelijk. De hoeveelheid geluid aan de gevel bij woningen in de omgeving van windmolens is wettelijk beperkt tot gemiddeld 41 dB in de nacht. Dat is iets meer dan het geluid van de koelkast en beduidend minder dan het geluid van een airco.

Om op 1 km afstand van een windpark het geluid van de wieken of de tandwielkast te kunnen horen moet het voor het overige absoluut stil zijn en bovendien ook volledig windstil. Zie dat maar eens te vinden in het land van Maas en Waal. In de buurt van de N322 bijvoorbeeld, zal helemaal niemand het geluid van de wieken boven het geluid van het verkeer uit kunnen horen. In de dorpen langs de Waal zal het geluid van de scheepvaart overheersen en onder het laagvlieggebied in grote delen van Maas en Waal overstijgt het lawaai van de F16 dat van een windturbine met een factor één miljoen.

Volgens de bezwaarmakers van stichting Tegenwind gaat het echter over niet hoorbare trillingen met een lage frequentie die bij mensen zelfs op grotere afstand van de windmolens een ernstig windturbinesyndroom veroorzaken. Uit de recente literatuurstudie van het RIVM blijkt dat die klachten serieus zijn genomen en dat daar al door velen uitgebreid onderzoek naar is gedaan. Ondanks tal van serieuze pogingen in proefruimtes zonder andere geluiden heeft men in geen enkel geval een verband tussen het turbinesyndroom en de onhoorbare trillingen kunnen aantonen. In de praktijk worden deze trillingen door de vrijwel altijd aanwezige achtergrondgeluiden ruimschoots gemaskeerd. Bovendien blijkt uit diverse studies dat de perceptie van hinder zeer subjectief is. Mensen met een kritische instelling tegenover windmolens ervaren veel hinder terwijl mensen met een positieve instelling die profiteren van de financiële voordelen er kennelijk snel aan gewend raken. Dat is heel begrijpelijk en geldt voor veel ergernissen.

Arme vogels in de gehaktmolen

Ja, maar al die dode vogels dan? Inderdaad er sneuvelen vogels. De hoeveelheid en het soort hangt af van vele factoren en er is tegenwoordig ook van alles tegen te doen. Uit de talloze onderzoeken o.a. door bureau Waardenburg komt een gemiddelde van 15 vogelslachtoffers per jaar per windmolen. Dat zouden dan bij 8.000 molens bij elkaar 120.000 dode vogels worden in ons land. Ander onderzoek komt op 350 per miljard kWh, zodat we in ons land tot 20.000 dode vogels zouden moeten gaan betreuren. Vergeleken met het aantal dat door onze huiskatten (18 miljoen dode vogels) en het verkeer (8 miljoen) sneuvelt, is dat tussen 0,1 en 0,5 % extra.

Wordt door de horizonvervuiling het unieke landschap van Maas en Waal onleefbaar?

Natuurlijk wil niemand die fraaie horizon waar we zo aan gehecht zijn bederven met groepen nerveus draaiende wieken op een paar honderd meter hoogte en wil iedereen het unieke land van Maas en Waal leefbaar houden.

Toch heb ik wat twijfels over de oprechtheid van de liefde voor de leefbaarheid. Waarom hebben we als liefhebbers van een mooi landschap vele duizenden km geluidswallen met smerige graffiti aangelegd, terwijl dat met wat groene begroeiing er tegenaan helemaal niet nodig is. Waarom tal van reclamezuilen, en waarom staan al die industrieparken met logistiek dozen en megalomane bankgebouwen niet achter groen? Om maar te zwijgen over de monotone maisvelden, megastallen en boerderij-erven vol landbouwplastic en bulten met kuilgras. Dat in de plattelandsdorpen en buitenwijken waar veel van de bezwaarmakers in luxe villa’s wonen, haast geen groen meer te zien is omdat de voortuinen allemaal veranderd zijn in onderhoudsvriendelijke grind- en gruisbakken met minstens twee auto’s voor de deur, duidt niet echt op een breed gedragen liefde voor de leefomgeving .

“Ja maar de overheid doet maar wat zonder ons iets te vragen”

Door bezwaarmakers wordt vaak gesuggereerd dat er geen democratische besluitvorming aan de plaatsing van windmolens en zonneparken is vooraf gegaan. Het tegendeel is waar. Er is na langdurig overleg een landelijk klimaatakkoord gesloten met meer dan 75 deelnemende maatschappelijke organisaties. Provinciaal, regionaal en per gemeente is uitvoerig en langdurig gediscussieerd over de plannen, over de noodzaak en over de verschillende mogelijkheden en bezwaren, waaruit uiteindelijk de Regionale Energie Strategieën (RES) zijn voortgekomen.

Voor elk windpark en zonnepark wordt een uitvoerige milieu effect rapportage (MER) opgesteld met verschillende alternatieven, waar iedereen zijn commentaar op kan leveren. Gemeentes en lokale partijen stechelen eindeloos over de bestemmingsplannen en vergunningen en de argumenten van bezwaarmakers worden uiteindelijk door rechters tot aan de Raad van State gehoord, gewikt en gewogen. Het algemeen belang om de klimaatopwarming binnen de perken te houden weegt meestal zwaarder. Democratie is namelijk heel iets anders dan individuele tegenstanders altijd hun zin geven ten koste van het algemeen belang.

Han Blok

facebook22
zeespiegel

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Binnenkort:

Aankomende evenementen

Blijf op de hoogte!

Meld u aan voor onze nieuwsbrief en voorkom dat u het laatste nieuws mist.

Meest recente berichten

Vragen of opmerkingen?